Blog 1: De zieke werknemer

Het blijft in de praktijk een lastig onderwerp: de zieke werknemer. Wanneer is een werknemer echt ziek en kun je ziekmelding weigeren? Mag je een zieke werknemer ontslaan? In de blogreeks ‘De zieke werknemer’ zal ik ingaan op deze en andere vragen. Daarbij schets ik het wettelijk kader en geef ik praktische aanwijzingen hoe je kunt omgaan met problemen rondom een zieke werknemer.

In deze eerste blog beschrijf ik kort een aantal algemene regels rondom de zieke werknemer in het eerste en tweede ziektejaar. Daaruit blijkt dat er een strak wettelijk kader geldt voor een verzuimtraject.

Loon

De wet geeft als hoofdregel, dat een werknemer die niet werkt omdat hij ziek is, recht houdt op loondoorbetaling. Deze loondoorbetaling bij ziekte geldt voor maximaal 2 jaar. Volgens de wet heeft de werknemer minimaal recht op 70% loondoorbetaling, maar ten minste het wettelijk minimumloon. Tijdens het tweede ziektejaar geldt dit minimum niet en mag de werkgever 70% van het loon doorbetalen, ook al is dat minder dan het wettelijk minimumloon.

Er zijn uitzonderingen op deze regels over loondoorbetaling. De werknemer heeft bijvoorbeeld geen recht op loondoorbetaling als door toedoen van de werknemer de genezing wordt belemmerd of vertraagd.

Ook voor de maximale termijn van 2 jaar loondoorbetaling kan er sprake zijn van een uitzondering, Namelijk als de werkgever volgens het UWV onvoldoende re-integratie-inspanningen heeft geleverd, kan het UWV een loonsanctie opleggen, waarbij de werkgever nog maximaal een extra jaar loon moet doorbetalen.

En er zijn cao’s die de werknemer een hoger percentage loondoorbetaling tijdens ziekte bieden, bijvoorbeeld 100% loon tijdens het eerste ziektejaar en 70% tijdens het tweede ziektejaar. Deze 100% loon tijdens het eerste ziektejaar en 70% tijdens het tweede ziektejaar, zie je ook wel bij werkgevers die niet gebonden zijn aan een cao, als een extra arbeidsvoorwaarde voor de medewerkers.

Arbodienst, bedrijfsarts en arbeidsdeskundige

De werkgever is wettelijk verantwoordelijk voor het voeren van een zo goed mogelijk arbeidsomstandighedenbeleid. Zo is de werkgever verantwoordelijk voor een veilige werkplek, zowel fysiek als qua psychosociale arbeidsbelasting (grensoverschrijdend gedrag). De werkgever moet zich op basis van de Arbowet bij de ziekteverzuimbegeleiding laten adviseren door een gecertificeerde arbodienst en geregistreerde bedrijfsarts. De bedrijfsarts heeft de wettelijke taak om een medisch oordeel te geven over een ziektegeval. Daarnaast kan de werkgever een arbeidsdeskundige inzetten, om te adviseren over de mogelijkheden van de werknemer om te werken, rekening houdend met de medische beperkingen die de bedrijfsarts heeft vastgesteld.

Re-integratie

Op grond van de Wet verbetering poortwachter moeten werkgever en werknemer re-integratie-inspanningen leveren. Bij re-integratie-inspanningen kun je denken aan het volgen van een cursus of scholing, werkplekaanpassing, trainingen en therapieën en mediation bij conflictsituaties. Re-integratie-inspanningen zijn pas vereist als het gaat om langdurig verzuim, dus niet bij een griepje.

In de Regeling procesgang eerste en tweede ziektejaar is bepaald welke inspanningen werknemer, werkgever en bedrijfsarts en arbodienst moeten leveren tijdens het verzuimtraject.

Er gelden diverse administratieve verplichtingen voor de werkgever. Bij langdurig ziekteverzuim moet de werkgever via formulieren het verloop van de arbeidsongeschiktheid en de re-integratieactiviteiten vastleggen in het re-integratiedossier.

Voor de inhoud van de re-integratie-inspanningen die werkgever en werknemer bieden de Beleidsregels beoordelingskader poortwachter een richtsnoer. Het gaat erom wat in redelijkheid van werkgever en werknemer verwacht mag worden. Praktisch gezien kun je denken aan een cursus of scholing, het organiseren van werkplekaanpassing, trainingen en therapieën, en mediation bij conflictsituaties.

Proces eerste en tweede ziektejaar

De werkgever moet binnen 1 week de ziekmelding doorgeven aan de arbodienst. Is de werknemer langer dan 6 weken ziek en dreigt dus langdurig verzuim, dan moet de bedrijfsarts een zogenaamde probleemanalyse opstellen met een advies over toekomstige werkhervatting. Daarnaast moeten werkgever en werknemer een plan van aanpak opstellen met activiteiten, doelen en termijnen. Dit plan moet geregeld geëvalueerd en zo nodig bijgesteld worden. De bedrijfsarts doet in de regel om de 6 weken een periodieke controle en beoordeling van de zieke werknemer.

De werkgever moet bij 42 weken ziek een melding doen bij het UWV. Bij 52 weken ziek moet de Eerstejaarsevaluatie opgesteld worden door de bedrijfsarts.

Tijdens het eerste ziektejaar moet de re-integratie gericht zijn op terugkeer in (aangepast) eigen werk bij de eigen werkgever en als dat niet mogelijk blijkt, terugkeer in ander (passend) werk bij de eigen werkgever. Dit wordt wel spoor 1 genoemd. Vanaf het tweede ziektejaar, moet ook gezocht worden naar passend werk bij een andere werkgever. Dit wordt wel spoor 2 genoemd. Veelal schakelt de werkgever hiervoor een extern re-integratiebureau in.

Bij 88 weken ziek bericht het UWV de werknemer schriftelijk dat tot uiterlijk in de 93e ziekteweek een WIA-uitkering (arbeidsongeschiktheidsuitkering) aangevraagd kan worden. De werkgever krijgt een kopie van deze brief.

In week 91 moet de Eindevaluatie opgesteld worden door de bedrijfsarts. De bedrijfsarts dient een Actueel oordeel op te stellen met een prognose voor de komende 26 weken, of werknemer binnen deze termijn in staat wordt geacht het eigen werk weer te doen. Tezamen met de andere stukken uit het re-integratiedossier kan de werknemer de WIA-aanvraag bij het UWV indienen.

Second opinion en deskundigenoordeel

De werknemer kan een second opinion bij een andere bedrijfsarts vragen, als de werknemer het niet eens met een oordeel van de eerste bedrijfsarts. De kosten zijn voor rekening van de werkgever.

Zowel werkgever als werknemer kunnen een deskundigenoordeel vragen aan het UWV over het oordeel van de bedrijfsarts. De kosten komen voor rekening van de aanvrager. Over de volgende situaties kan een deskundigenoordeel bij het UWV aangevraagd worden:

  • Heeft de werkgever genoeg gedaan om de werknemer weer aan het werk te helpen?
  • Kan de werknemer op een bepaalde datum het eigen werk weer volledig doen (zonder aanpassing van taken en uren?)
  • Is het aangepaste eigen of andere werknemer passend voor de werknemer?
  • Heeft de werknemer genoeg gedaan om weer aan het werk te gaan?

Sancties

Houdt de werknemer zich niet aan de re-integratieverplichtingen, dan kan de werkgever een loonsanctie opleggen. Afhankelijke van de soort verplichting of afspraak die de werknemer niet nakomt, kan de werkgever het loon tijdelijk niet betalen (opschorten) of volledig stop zetten. Als de werknemer bijvoorbeeld weigert op het spreekuur van de bedrijfsarts te komen, dan bepaalt de wet dat je als werkgever het loon kunt opschorten, totdat de werknemer naar de bedrijfsarts gaat. In dat geval moet je het achterstallige opgeschorte loon alsnog betalen. Als de werknemer bijvoorbeeld weigert aangepast werk te gaan doen, dat door de bedrijfsarts is geadviseerd, dan kun je een loonstop toepassen. Wanneer de werknemer dan toch aan het werk gaat, heeft de werknemer pas vanaf dat moment weer recht op loon. Het loon over de periode van werkweigering hoef je niet alsnog te betalen en dit is dan ook het verschil tussen de loonopschorting en loonstop.

Aan het einde van het tweede ziektejaar beoordeelt het UWV bij de WIA-aanvraag zowel de re-integratie-inspanningen van werkgever als werknemer. Als de werkgever onvoldoende re-integratie-inspanningen heeft geleverd dan kan het UWV een loonsanctie opleggen aan de werkgever, die inhoudt dat de werkgever maximaal een jaar langer het loon moet doorbetalen. Er wordt dan geen WIA-uitkering toegekend aan de werknemer. Als de werknemer onvoldoende re-integratie-inspanningen heeft geleverd en dit toe te rekenen is aan de werknemer, dan wordt de WIA-uitkering (geheel of gedeeltelijke, blijvend of tijdelijk) geweigerd. De werknemer heeft dan (na twee jaar ziekte) ook geen recht meer op loon.

Vraag of advies?

Heb je een vraag over een verzuimtraject? Of loop je tegen een probleem, bijvoorbeeld met je bedrijfsarts of arbodienst aan? Wil je sparren of advies? Neem dan vrijblijvend contact met ons op, telefonisch (076 20 55 656), via het contactformulier of per mail via info@vwm-advocaten.nl.

Volgende blog

Deze algemene regels lijken duidelijk genoeg. Maar de praktijk is weerbarstig. Het gebeurt regelmatig dat er tijdens een verzuimtraject geschillen ontstaan tussen werkgever en werknemer. Bijvoorbeeld omdat de werkgever twijfelt of de werknemer wel echt ziek is. Daarover meer in de volgende blog.

Maaike Meinhardt

19-03-2024

This field is for validation purposes and should be left unchanged.

Heeft u een vraag of bent u op zoek naar passend advies? Aarzel dan niet en neem contact met ons op om de mogelijkheden te bespreken. Wij helpen u graag verder.

Tel: 076-2050656.
E-mail: info@vwm-advocaten.nl

Misschien wilt u direct met ons contact opnemen:

Lawrence van Woensel
Advocaat | MfN-registermediator
0654615885
lawrence@vwm-advocaten.nl

Maaike Meinhardt
Advocaat
0611884068
maaike@vwm-advocaten.nl