Blog 4: De zieke werknemer: Slot
In de eerste blog in de reeks ‘De zieke werknemer’ kwamen de algemene regels rondom ziekte aan bod. In de volgende blogs stonden de vragen centraal ‘Is de werknemer echt ziek?’ en ‘Kun je een zieke werknemer ontslaan?’. In deze afsluitende blog benoem ik de hoofdpunten uit de vorige blogs en een aantal praktische tips.
Loondoorbetaling
Gedurende maximaal twee jaar heeft de zieke werknemer recht op loondoorbetaling. Het wettelijk minimum is tijdens het eerste ziektejaar 70% van het loon maar tenminste het wettelijk minimumloon, en tijdens het tweede ziektejaar 70% van het loon. Veel werkgevers bieden hun medewerkers meer dan dit wettelijk minimum en betalen bijvoorbeeld in het eerste ziektejaar 100% loon.
Tip: als er geen cao geldt waarin de loonbetaling bij ziekte is geregeld, en je wilt je medewerkers meer bieden dan het wettelijk minimum, leg dan duidelijk vast welk percentage loon je in het eerste en het tweede ziektejaar doorbetaalt. Dit voorkomt misverstanden en conflicten achteraf.
Proces verzuimtraject
De werkgever is wettelijk verantwoordelijk voor de begeleiding van de zieke werknemer naar werkhervatting. Naast deze re-integratieverplichting is de werkgever verantwoordelijk voor een correcte verslaglegging van het verzuimtraject. De werkgever moet zich bij de verzuimbegeleiding laten bijstaan door een arbodienst en een bedrijfsarts. Ook de werknemer is wettelijk verplicht re-integratie-inspanningen te leveren gericht op herstel en werkhervatting.
In het eerste ziektejaar moet de re-integratie in principe gericht zijn op terugkeer bij de eigen werkgever in het eigen of aangepaste werk (spoor 1). Vanaf het tweede ziektejaar moet (ook) gezocht worden naar passend werk bij een andere werkgever (spoor 2). Tussen de 88e en 93e week van ziekte kan de werknemer een arbeidsongeschiktheidsuitkering (WIA) bij het UWV aanvragen.
Tip: ook al stelt de bedrijfsarts de stukken op, zoals de probleemanalyse, Eerstejaarsevaluatie, actueel oordeel en Eindevaluatie, en geeft de bedrijfsarts advies over de re-integratie, de werkgever draagt de wettelijke verantwoordelijkheid. Blijf als werkgever daarom alert zowel op de inhoud van de stukken als de adviezen van de bedrijfsarts en blijf in rechtstreeks contact met de zieke werknemer.
Second opinion, deskundigenoordeel en loonsancties
Is de werknemer het niet eens met een oordeel van de bedrijfsarts, dan kan hij een second opinion aanvragen bij een andere bedrijfsarts. Is de werkgever het niet eens met de bedrijfsarts dan kan hij een deskundigenoordeel aanvragen bij het UWV; de werknemer heeft ook deze mogelijkheid.
Als de werknemer zijn re-integratieverplichtingen niet nakomt, dan kan de werkgever aan de werknemer een loonsanctie (loonopschorting of loonstop) opleggen, totdat de werknemer zijn verplichtingen alsnog nakomt.
Oordeelt het UWV na twee jaar ziekte bij de WIA-aanvraag dat de werkgever onvoldoende re-integratie-inspanningen heeft geleverd, dan legt het UWV de werkgever de sanctie van een derde jaar loon doorbetalen op. Tegen dit besluit kan de werkgever bezwaar bij het UWV en vervolgens beroep bij de bestuursrechter indienen, maar in de praktijk blijkt de kans van slagen beperkt.
Tip: je kunt als werkgever ook tussentijds via een deskundigendoordeel door het UWV laten toetsen of je als werkgever voldoende re-integratie-inspanningen hebt geleverd. Hiermee kun je zo nodig tijdig bijsturen in de verzuimbegeleiding en voorkomen dat je pas na bijna twee jaar ziekte bij de WIA-aanvraag onaangenaam verrast wordt door een loonsanctie van het UWV.
En wees als werkgever niet te terughoudend met het opleggen van een loonsanctie als de werknemer de re-integratieverplichtingen schendt, waardoor de re-integratie stagneert. Het UWV houdt de werkgever immers verantwoordelijk voor een adequaat re-integratietraject. Blijf natuurlijk wel steeds zorgvuldig en redelijk handelen.
Bedrijfsarts oordeelt
Stel dat de werknemer zich ziek meldt, maar je vertrouwt het niet als werkgever. Dan mag je de ziekmelding niet weigeren, want alleen de bedrijfsarts heeft de wettelijke taak om medisch te beoordelen of de werknemer niet kan werken wegens ziekte (arbeidsongeschikt is). Als de werknemer bij de huisarts is geweest en zich ziek meldt, dan nog geldt dat de bedrijfsarts moet beoordelen of de werknemer dan ook arbeidsongeschikt is. Een huisarts is dus geen bedrijfsarts.
Als je twijfelt of de werknemer wel echt ziek is, kun je onder omstandigheden een bedrijfsrecherchebureau inschakelen. En volgt uit dit onderzoek bijvoorbeeld dat de zieke werknemer fysiek meer kan dan hij beweerde, laat de bedrijfsarts dan de zieke werknemer direct (opnieuw) beoordelen. Een bedrijfsrecherchebureau mag niet beoordelen of de werknemer arbeidsongeschikt is, of dat hij zijn herstel belemmert. Ook een bedrijfsrecherchebureau is geen bedrijfsarts.
Tip: wees terughoudend met de inzet van een bedrijfsrecherchebureau. In de praktijk blijken rechters de inzet hiervan in veel gevallen buitenproportioneel te vinden en wordt de werkgever veroordeeld tot betaling van een hoge billijke vergoeding aan de werknemer. Het is beter om eerst het gesprek aan te gaan met de werknemer. Blijkt de werknemer glashard te liegen, dan kan dit aanleiding zijn om nader onderzoek te doen en daarvoor een recherchebureau in te schakelen.
Opzegverbod tijdens ziekte
Tijdens de eerste twee jaar ziekte wordt de werknemer beschermd tegen ontslag door het opzegverbod tijdens ziekte. Na twee jaar ziekte is ontslag mogelijk, waarbij de werknemer recht heeft op de wettelijke transitievergoeding. Ontslag wegens langdurige ziekte is mogelijk in overleg tussen werkgever en werknemer via een vaststellingsovereenkomst, of eenzijdig door de werkgever via een UWV procedure.
Het opzegverbod tijdens ziekte kan langer dan twee jaar ziekte gelden, namelijk als het UWV bij de WIA toets tot het oordeel komt dat de werkgever onvoldoende re-integratie-inspanningen heeft geleverd. Het UWV zal dan een derde jaar loondoorbetaling als sanctie opleggen en gedurende deze loonsanctie blijft het opzegverbod tijdens ziekte gelden.
Tip: de werkgever kan compensatie van de betaalde transitievergoeding vragen aan het UWV. Dit kan zowel bij ontslag wegens langdurige ziekte via de UWV procedure als bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst via een vaststellingsovereenkomst tussen werkgever en werknemer.
Ontslag van een zieke werknemer
Er zijn situaties waarin de arbeidsovereenkomst met de zieke werknemer beëindigd kan worden voordat de termijn van twee jaar ziekte is verstreken. Zo geldt in de proeftijd het opzegverbod tijdens ziekte niet en is proeftijdontslag van een zieke werknemer mogelijk.
Ook ontslag op staande voet wegens een dringende reden is mogelijk ook al is de werknemer ziek. Recentelijk oordeelde de kantonrechter te Amsterdam, dat een zieke werknemer terecht op staande voet was ontslagen. De werknemer was ziek uitgevallen voor haar werk als doktersassistente. De bedrijfsarts had geadviseerd dat de werknemer niet kon starten met re-integreren in haar werk, omdat zij net begonnen was met een behandeling. Kort daarna kwam een collega er toevalligerwijs achter dat de zieke werknemer in een andere huisartsenpraktijk werkte als doktersassistente. Volgens de kantonrechter was het evident dat de werknemer dat niet had mogen verzwijgen voor haar werkgever en daarom was het ontslag op staande voet gerechtvaardigd.
Is er een conflictsituatie ontstaan met een zieke werknemer, dan kan dit aanleiding zijn voor ontslag via een ontbindingsprocedure bij de kantonrechter. Maar de reden voor ontslag mag geen verband houden met de ziekte. In een recente zaak bij de kantonrechter te Utrecht, ontbond de kantonrechter de arbeidsovereenkomst met een zieke werknemer niet. De werkgever had als ontslaggrond aangevoerd het verwijt dat de werknemer zich herhaaldelijk ernstige beledigende en kwetsende had uitgelaten tegen de directeur en het hoofd HR. De werknemer deed een beroep op het opzegverbod tijdens ziekte en voerde aan dat ze door psychische klachten zeer verward was en zich ook niet meer kon herinneren de beledigende uitlatingen te hebben gedaan. De kantonrechter stelde vast dat de werknemer zich niet eerder zo had gedragen; het verwijtbare gedrag kwam uit het niets. De kantonrechter kon dan ook niet uitsluiten dat er wel een verband was met de psychische gezondheidstoestand van de werknemer en liet de arbeidsovereenkomst bestaan.
Een conflict specifiek over re-integratieverplichtingen kan uiteindelijk wel een reden voor ontslag opleveren, maar pas nadat een loonsanctie niet effectief is gebleken, of als er bijkomende omstandigheden zijn die geen verband houden met de ziekte. Ontslag verloopt dan via een ontbindingsprocedure bij de kantonrechter.
In de situatie dat een verstoorde arbeidsverhouding met de zieke werknemer is ontstaan, is de werkgever er verantwoordelijk voor dat geprobeerd wordt het conflict op te lossen, bijvoorbeeld via mediation. Lukt dit niet, dan kan ontslag gerechtvaardigd zijn. Onder omstandigheden kunnen partijen dan in overleg via een vaststellingsovereenkomst de arbeidsovereenkomst beëindigen. Anders volg je de ontslagroute via de kantonrechter.
Tip: zoals in alle ontslagsituaties zijn alle omstandigheden van het geval van belang bij de vraag of ontslag van deze werknemer gerechtvaardigd is. Dit geldt zeker wanneer de werknemer ziek is en het opzegverbod tijdens ziekte geldt. Zorgvuldig feitelijk onderzoek is dan ook aan te raden, voordat je tot ontslag besluit. Je wilt immers niet het risico lopen dat de kantonrechter het ontbindingsverzoek afwijst en de arbeidsovereenkomst laat bestaan.
Vraag of advies?
Heb je vragen rondom een zieke werknemer? Loopt de re-integratie niet of is er een lastige situatie of zelfs een conflict ontstaan met een zieke werknemer? Neem dan vrijblijvend contact met ons op, telefonisch (076 20 55 656), via het contactformulier of per mail via info@vwm-advocaten.nl.
Maaike Meinhardt
09-04-2024
Contact
Heeft u een vraag of bent u op zoek naar passend advies? Aarzel dan niet en neem contact met ons op om de mogelijkheden te bespreken. Wij helpen u graag verder.
Tel: 076-2050656.
E-mail: info@vwm-advocaten.nl
Misschien wilt u direct met ons contact opnemen:
Lawrence van Woensel
Advocaat | MfN-registermediator
0654615885
lawrence@vwm-advocaten.nl
Maaike Meinhardt
Advocaat
0611884068
maaike@vwm-advocaten.nl