Veel werkgevers zijn getroffen door de corona-crisis. Het kabinet heeft verschillende financiële regelingen in het leven geroepen om de ondernemers te ondersteunen. Die regelingen blijken niet voor iedere ondernemer afdoende. Werkgevers zoeken naar oplossingen om door de slechte financiële situatie heen te komen. Maar dat kan niet door geen salaris te betalen of een deel van het salaris niet te betalen, oordeelden de kantonrechter te ‘s-Hertogenbosch respectievelijk Amsterdam. Je kunt wel de werknemer houden aan zijn eerder vastgestelde vakantie, ook al kon de werknemer zijn vakantiereis niet maken vanwege de corona-crisis. Zo besliste de kantonrechter te Rotterdam.
RECHT OP SALARIS?
In de zaak waarover de kantonrechter te ’s-Hertogenbosch oordeelde, is werkgever op enig moment gestopt met salaris betalen.
Werkgever hield zich bezig met professionele valkerij en werkte samen met een wildpark waar vogelshows werden gegeven. Werknemer werkte daar als valkenier. Het werk was seizoensgebonden. Werknemer werkte in 2018 gedurende 8 maanden en in 2019 ook. Partijen wilden in 2020 de samenwerking voortzetten. Zij hadden gesproken over salarisbetaling verspreid over 12 maanden, in plaats van over de 8 maanden waarin feitelijk werd gewerkt. Werknemer had de overeenkomst nog niet getekend.
Werkgever heeft over de eerste maanden van 2020 elke maand salaris betaald. Ook al was het seizoen nog niet gestart en werkte werknemer nog niet. In het voorjaar is het park enige tijd gesloten geweest in verband met de corona-crisis. Medio mei is het park weer open gegaan. Maar er werden nog geen vogelshows gegeven en er was dus nog geen werk voor werknemer. Vanaf mei heeft werkgever geen salaris meer betaald.
Werkgever stelde zich op het standpunt dat er geen schriftelijke arbeidsovereenkomst tot stand was gekomen. De kantonrechter wees erop dat ook zonder schriftelijke overeenkomst een arbeidsovereenkomst gesloten kan worden. Onder andere omdat werkgever begin 2020 gewoon salaris had betaald, concludeerde de rechter dat er sprake was van een arbeidsovereenkomst. Sinds 1 januari 2020 geldt de wettelijke regel: geen arbeid, wel loon. Tenzij het niet werken voor rekening van werknemer moet komen. De kantonrechter vond de sluiting van het park wegens corona en annulering van de vogelshows, omstandigheden die voor rekening van werkgever dienden te komen. Daarom moest werkgever alsnog het salaris betalen. Ook veroordeelde de kantonrechter de werkgever tot betaling van de wettelijke verhoging en wettelijke rente wegens te late betaling.
MAG WERKGEVER 50% SALARIS OPSCHORTEN?
De kantonrechter te Amsterdam kreeg een loonvordering van een medewerker van een broodjeszaak voorgeschoteld. De broodjeszaak had vooral toeristen als klanten. Doorgaans waren de maanden januari en februari stille maanden met weinig toeristen en weinig omzet. Maar in maart steeg de omzet als de toeristenstroom weer op gang kwam. De medewerker is in november 2019 in dienst gekomen op basis van een tijdelijk contract tot 1 mei 2020. Vanwege de corona-crisis moest de zaak half maart sluiten tot eind april. Werkgever was door de sluiting in acute betalingsproblemen geraakt, ondanks de NOW-regeling. Werkgever besloot daarom slechts de helft van de salarissen te betalen en de andere helft even op te schorten.
Weliswaar had de kantonrechter er oog voor dat werkgever in een onvoorziene bedrijfseconomische noodsituatie verkeerde. Maar werkgever had niet eenzijdig en zonder nader overleg mogen besluiten om maar de helft van het salaris te betalen. Betaling van slechts de helft van het salaris leverde een te grote inkomensachteruitgang voor medewerker op. Terwijl medewerker het salaris nodig had om in zijn levensonderhoud te kunnen voorzien. Ook in dit geval moest werkgever het salaris betalen.
In principe heeft een medewerker bij te late loonbetaling recht op de wettelijke verhoging en wettelijke rente. Maar gezien de onvoorziene bedrijfseconomische noodsituatie heeft de kantonrechter deze vorderingen afgewezen. In tegenstelling dus tot de kantonrechter ’s-Hertogenbosch, die de wettelijke verhoging en daarbovenop de wettelijke rente toewees.
Het lijkt erop dat deze kantonrechter het in bepaalde gevallen en in een noodsituatie zoals de corona-crisis, minder salaris betalen toelaatbaar acht. Dat gaat ver. Loon is een primaire arbeidsvoorwaarde en daarmee een zodanig zwaar beschermd recht, dat je daar als werkgever normaliter niet aan mag komen.
VAKANTIERECHTEN
Dat ligt wat genuanceerder voor het recht op vakantie. Vakantie kun je namelijk scheiden in wettelijke vakantierechten en bovenwettelijke. Het recht op de wettelijk vakantiedagen is een recht dat zelfs op Europees niveau is beschermd. De wettelijke vakantiedagen zijn gelijk aan 4x de arbeidsuren per week. Dit recht is ook zwaar beschermd, zo kun je bijvoorbeeld wettelijke vakantiedagen niet afkopen (behalve bij het einde van de arbeidsovereenkomst). De meeste werkgevers bieden hun werknemers meer vakantiedagen. Dat zijn de bovenwettelijke vakantiedagen. Over deze bovenwettelijke vakantiedagen kunnen werkgever en werknemer allerlei afspraken maken, bijvoorbeeld afkoop tijdens dienstverband.
Voor het opnemen van vakantie moet werkgever de vakantie vaststellen overeenkomstig de wensen van werknemer. Tenzij er andere schriftelijke afspraken of cao-afspraken zijn gemaakt. Bijvoorbeeld in het onderwijs geldt op basis van de cao dat leerkrachten hun vakanties tijdens de schoolvakanties moeten opnemen. En er zijn werkgevers die in hun arbeidsvoorwaardenregeling bepaalde dagen als verplichte vakantiedag aanwijzen, bijvoorbeeld rond kerst en oud & nieuw.
GEEN VERPLICHTE VAKANTIE-UREN
In een ontslagzaak waarover de kantonrechter te Rotterdam oordeelde, heeft werknemer o.a. uitbetaling van vakantie-uren gevorderd. Werkgever heeft het saldo verlofuren betwist. Werkgever had als corona-maatregel ingevoerd, dat medewerkers tot 1 juni 20% van hun tijd als vakantie dienden op te nemen in overleg met hun leidinggevende. Werknemer heeft daartegen aangevoerd dat hij niet had ingestemd met die maatregel en dat werkgever die maatregel niet eenzijdig mocht opleggen. De kantonrechter volgde werknemer in dit standpunt. Volgens de kantonrechter woog de enkele verwijzing naar de corona-crisis onvoldoende zwaar. Bovendien had werkgever geen overleg gepleegd met werknemer. Die korting van 20% op de verlofuren op basis van de corona-maatregel was dus niet toegestaan.
Dat lag anders voor de voorjaarsvakantie in april/mei die werknemer eind 2019 al had doorgegeven aan zijn werkgever. Vanwege de corona-crisis is werknemer niet op vakantie gegaan. Dat lag in zijn risico-sfeer, oordeelde de kantonrechter. Dus deze verlofuren kreeg werknemer niet meer uitbetaald.
LOONOFFER OF VERPLICHT VAKANTIE OPNEMEN?
Ook in een crisissituatie zoals de corona-crisis blijken rechters verschillend te oordelen over hoe zwaar zo’n crisis nu weegt. De ene rechter spreekt over een noodsituatie waarin je als werkgever een loonoffer van je personeel kunt vragen. De andere rechter vindt zelfs de corona-crisis niet zwaar genoeg wegen om personeel te kunnen verplichten 20% vakantie-uren op te nemen.
Maar tot nog toe zijn er nog maar weinig uitspraken gepubliceerd over loonoffer en verplichte vakantie wegens corona. Dan is het ook nog niet goed mogelijk daarin een lijn te trekken. Deze uitspraken bieden m.i. wel enig perspectief om met een goed onderbouwd verhaal en een redelijke opstelling tegenover je personeel, in deze bijzondere corona-tijd toch een loonoffer of verplichte vakantie van je personeel te vragen.
VRAAG OF ADVIES?
Vragen over loonoffers of vakantie? Wil je advies over je situatie? Neem dan gerust contact op, telefonisch of via het contactformulier.